Om te voorkomen dat bedrijven zelf bepalen waar zij winst maken en derhalve belasting betalen, is het ‘Arm’s length’-beginsel in het leven geroepen. Zonder dit beginsel zou het bedrijven vrij staan om hun producten eerst met verlies aan een groepsmaatschappij in Dubai te verkopen (verlies in Nederland, geen belasting) en vervolgens vanuit Dubai met grote winst aan de consument (winst in Dubai, belast tegen 0%-tarief aldaar). Het bepalen van de ‘Arm’s length’-voorwaarden wordt via ‘transfer pricing’ gedaan. ‘Transfer pricing’-documentatie bestaat uit een omschrijving van de activiteiten, functies en risico’s van de onderneming. Vervolgens worden de voorwaarden vergeleken met de voorwaarden die onafhankelijke partijen overeengekomen zijn. De door onafhankelijke partijen overeengekomen voorwaarden zijn dan bepalend voor de voorwaarden die de verbonden partijen dienen te hanteren.
Zelf kunt u heel veel ‘transfer pricing’-documentatie opstellen, maar het is vreselijk duur om vergelijkbare branche- en transactiecijfers te bemachtigen. Deze worden verzameld en bijgehouden door gespecialiseerde bedrijven. Toegang tot deze databases is veelal duur. Wij proberen dit voor een zo laag mogelijk bedrag te leveren. De Belastingdienst heeft uiteraard wel toegang tot zulke databases en kijkt ook mee of je de juiste analyse maakt.
Wie heeft te maken met ‘transfer pricing’?
Voor sommige ondernemingen is het verplicht om ‘transfer pricing’-documentatie in huis te hebben. Voor andere (kleinere) ondernemingen is het niet verplicht – maar iedereen moet zich aan het ‘Arm’s length’-beginsel houden. Een voorbeeld: u heeft een onderneming in Dubai die elektronica vervaardigt en een B.V. in Nederland die deze elektronica invoert en in Nederland distribueert. U heeft ook een Franse vennootschap die inkoopt bij de Nederlandse B.V. en in Frankrijk distribueert. Uw omzet is twee miljoen euro per jaar. U bent zelf niet verplicht om ‘transfer pricing’-documentatie te laten maken. U bent echter wel verplicht om ‘Arm’s length’-prijzen te rekenen voor de in- en verkoop van goederen van en naar verbonden partijen. Als u niet kunt aantonen dat dit het geval is, kan de Belastingdienst op basis van zijn schattingen een gecorrigeerde belastingaanslag opleggen. Eventueel met boete. De Belastingdienst heeft er bovendien altijd belang bij om zo veel mogelijk winst aan Nederland toe te schrijven, terwijl u geen weerwoord heeft omdat u geen ‘transfer pricing’-documentatie heeft. Het mag duidelijk zijn dat goed gedocumenteerde ‘transfer pricing’ in het voordeel van uw onderneming kan uitpakken.
Nieuwe wetgeving
Door onlangs gepresenteerde wetgeving neemt het belang van ‘transfer pricing’ nog verder toe. Landen zijn bang belastinginkomsten mis te lopen wanneer ondernemingen kunnen schuiven met winsten die zij in verschillende landen verdiend hebben. Met ‘transfer pricing’-wetgeving is al geprobeerd dit aan banden te leggen, maar in de praktijk gebruiken bedrijven ‘transfer pricing’ juist ook om agressieve belastingstrategieën te onderbouwen en verdedigen. Om dit tegen te gaan wordt geprobeerd meer transparantie te creëren door het invoeren van ‘country by country’-reporting. In feite is de bedoeling dat landen meer inzicht krijgen in de activiteiten en belastingdruk van multinationale bedrijven in andere landen.
Zo moet voorkomen worden dat uiteindelijk nergens (effectief) geheven wordt. Per 1 januari 2016 zijn Nederlandse bedrijven die deel uitmaken van een internationale groep met een gezamenlijke omzet van meer dan 50 miljoen euro per jaar, verplicht om ‘transfer pricing’-documentatie in huis te hebben die aan bepaalde voorwaarden voldoet. Ditzelfde, maar onder strengere voorwaarden, geldt voor internationale concern met meer dan 750 miljoen euro jaarlijkse omzet.
‘Local file’ en ‘master file’
Nieuw per 1 januari 2016 zijn de ‘local file’ en ‘master file’. Deze files moet elk bovengenoemd concern met meer dan 50 miljoen euro omzet in zijn administratie hebben. De ‘master file’ geeft een overzicht van de structuur en de activiteiten van de hele groep, alsmede informatie over het algemene ‘transfer pricing’-beleid, verdeling van waardecreatie binnen de groep en beschrijving van de toeleveringsketen van de vijf belangrijkste producten of diensten van de groep, of producten/diensten die meer dan 5% van de omzet van de groep uitmaken.
De ‘local file’ geeft informatie over de Nederlandse tak van de groep: managementstructuur, lijsten van transacties met verbonden partijen, onderbouwing van het ‘transfer pricing’-beleid, financiële informatie van de groep, rulings, en meer.
De echte grote internationale concerns (750 miljoen euro omzet en meer) zijn verplicht tot ‘country by country’-reporting, wat in feite een combinatie van bovenstaande verplichtingen is en erop neerkomt dat de belastingdienst van het land waar het groepshoofd is gevestigd, inzicht heeft op ‘transfer pricing ‘en belastingheffing in alle landen waar het concern actief is.
Voorkomen en profiteren
Internationaal opererende ondernemingen zonder goed gedocumenteerd ‘transfer pricing’ beleid staan altijd achter in discussies met de Belastingdienst. Ook al is het hebben van documentatie in vaak niet verplicht – u zult toch moeten kunnen aantonen dat de aangegane transactievoorwaarden juist zijn, in het geval de Belastingdienst anders beweert. Goede ‘transfer pricing’-documentatie is ook bescherming tegen fiscale boetes. Wie geen grondig onderzoek heeft gedaan of heeft laten doen naar ‘transfer pricing’ neemt bewust het risico een onjuiste aangifte te doen. Wie wel de juiste documentatie heeft staat sterker in eventuele discussies en kan zich sowieso beroepen op een pleitbaar standpunt: ‘Ook als mijn standpunt niet juist is, had ik kunnen menen dat het juist was, dus heb ik geen schuld en kan ik niet worden beboet’. Los van de fiscale noodzaak kan een diepgaande analyse van transacties in uw branche waardevolle commerciële informatie opleveren waar u uw voordeel mee kunt doen. Zo heeft ook dit nadeel zijn voordeel.