Dankzij het internet is er een veelvoud aan webshops ontstaan die in heel Europa en tot ver daarbuiten producten en diensten leveren. Als gevolg van het virus hebben deze webshops een forse boost gekregen. Europa worstelt met de webshops uit China, die allerlei zaken aangeven onder een bepaalde waarde, waardoor er geen invoerrechten verschuldigd zijn en er ook getwijfeld wordt over de vraag of wel btw moet worden afgedragen.
Maar ook binnen Europa is de verkoop aan een consument in een ander land toch een lastig gegeven. Door Europa is een regeling voor de afstandsverkopen in het leven geroepen. Een afstandsverkoop is de verkoop door een bedrijf gevestigd binnen Europa aan een consument in een ander land binnen Europa. Tot op heden is het zo dat een dergelijke bedrijf zich in het land van de koper moet registreren om btw naar het in dat land geldende tarief af te dragen. Door alle landen zijn er wel grenzen gesteld om te voorkomen dat bij de eerste de beste verkoop van € 10 een dergelijke registratie noodzakelijk maakt. De regeling afstandsverkopen die per 1 juli 2021 ingaat, houdt in dat iedere ondernemer – in eigen land – aangifte btw kan doen voor verkopen aan consumenten in andere EU landen. De onderneming hoeft zich derhalve niet in die landen te registreren. Een grote vooruitgang. Er is alleen één probleem: het fenomeen dropshipping.
Dropshipping houdt in dat de webshop de producent, gevestigd in een ander land dan waar de webshop is gevestigd, opdracht geeft een geproduceerd goed rechtstreeks naar de consument te sturen. In termen van de btw is dit een ABC-levering. Ik heb het een W(ebshop)P(roducent)C(onsument) levering gedoopt, ook al omdat de ABC-levering niet altijd in een goed daglicht staat. Een WPC-levering leidt tot ellende als webshop, producent en consument ieder in een ander EU-land zitten. De reden? Als de producent het product niet naar het land van de webshop verzendt, is er btw verschuldigd over die levering. En de webshop heeft de consument ook al btw in rekening gebracht.
Als de webshop de ‘productie’ btw terug wil halen, zal deze zich in het land van de producent moeten registreren voor de btw en vervolgens moeten trachten de btw daar terug te halen. Iets wat in Nederland makkelijk gaat, maar in andere landen een stuk lastiger is. Een andere – tweede – oplossing is dat de webshop zich registreert voor de btw in het land van de consument. De producent factureert de webshop vervolgens met vermelding van het btw-nummer uit dat land. In dat geval kan er meestal ’btw verlegd’ worden gefactureerd. De webshop draagt vervolgens in dat land de btw af over de verkoop aan de consument en vermeldt de intracommunautaire verwerving in dat land. Oplossing drie is dat de webshop alle goederen eerst naar het eigen land laat vervoeren, ze daar in ontvangst neemt en ze van daaruit distribueert naar de consumenten in de diverse landen. Drie opties die allemaal extra geld kosten, en dat alleen omdat een WPC-transactie niet valt onder het begrip afstandsverkopen. Het is een gemiste kans voor Europa en overigens ook voor Nederland dat een WPC-levering niet als afstandsverkoop kan worden aangemerkt. Ik vermoed dat Europa op enig moment wel tot dit inzicht zal komen, maar verwacht dat het nog wel even zal duren. Als we volgorde van de letters WPC iets zouden veranderen, zou dat het proces dan bespoedigen?
Bron: Belasting_Magazine, februari 2021