Of sprake is van een bron van inkomen en hoe dat bron van inkomen gekwalificeerd moet worden moet per zelfstandige activiteit beoordeeld worden.
Een resultaat is fiscaal pas inkomen als een bepaalde bron aan dat resultaat ten grondslag ligt. Bij bronnen waarbij arbeid wordt verricht moet aan de volgende drie voorwaarden worden voldaan voordat sprake is van een bron van inkomen:
- deelname aan het economische verkeer;
- het (subjectieve) oogmerk voordeel te behalen;
- de (objectieve) verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald.
Als eenmaal bepaald is dat er een bron van inkomen is, moet per activiteit de bron worden gekwalificeerd.
Hierbij is de rangorde zoals die uit de Wet inkomstenbelasting 2001 volgt, bepalend. Er zal dus eerst beoordeeld moeten worden of sprake is van winst uit onderneming. Als geen sprake van winst uit onderneming is, komt de vraag aan de orde of sprake is van loon, i.e., inkomen uit dienstbetrekking. Als er ook geen sprake is van inkomen uit dienstbetrekking, dan is er mogelijk sprake van resultaat uit overige werkzaamheden.
Het kan zijn dat een persoon meerdere activiteiten verricht. De vraag die dan op komt is of de activiteiten onderdeel uitmaken van één onderneming of dat sprake is van verschillende activiteiten. Van een zelfstandige activiteit is sprake indien de activiteiten van dezelfde aard zijn en dezelfde klantenkring, waarbij dezelfde vaardigheden nodig zijn.
Als een ondernemer dus verschillende activiteiten onderneemt in een eenmanszaak, hoeft dit niet te betekenen dat al die activiteiten tot één objectieve onderneming behoren en de inkomsten van al die activiteiten als winst uit onderneming worden belast. Uit rechtspraak volgt dat voor de vraag of twee (of meer) activiteiten tot één objectieve onderneming behoren van belang is of tussen de activiteiten voldoende samenhang of een nauw verband bestaat. Activiteiten worden als nauw met elkaar verbonden beschouwd als ze niet los van elkaar kunnen bestaan. Ook kan sprake zijn van dusdanige samenhang van de diverse activiteiten dat de activiteiten niet los van elkaar worden gezien. Voor de vraag of de activiteiten als één activiteit moet worden beschouwd zijn de volgende drie voorwaarden relevant:
- of sprake is van dezelfde aard van de activiteiten;
- of sprake is van dezelfde klantenkring;
- of sprake is van dezelfde benodigde vaardigheden.
Belang voor de praktijk
Met het voorgaande wordt duidelijk hoe de inspecteur in de praktijk omgaat met personen die verschillende activiteiten uitoefenen. Het is dan ook van belang dat inzichtelijk wordt gemaakt waarom in de praktijk het standpunt wordt ingenomen dat sprake is van één of meer activiteiten. Wordt dat niet gedaan, dan kan dat tot onnodige discussies leiden over de vraag of sprake is van een bron van inkomen en zo ja, welke bron van inkomen en voor welke activiteit(en). Dergelijke discussies kunnen eenvoudig opgelost of beperkt worden door duidelijk te documenteren en inzichtelijk te maken waarom tot geen of een of meer bepaalde bronnen is gekomen en als zodanig al dan niet (in een aangifte) is verantwoord.
Bron: Forum Fiscaal Dienstverleners, 22 juni 2021 en Belastingmagazine