Mediation in fiscale conflicten met de Belastingdienst is al sinds 2004 mogelijk. In strafzaken heeft mediation na de pilot in 2013 een enorme vlucht genomen als het gaat om commune delicten. Dat biedt naar ons idee ook mogelijkheden voor fiscale straf- en fraudezaken. In 2018 schreven we al over het idee om mediation in fiscale straf- en fraudezaken in te zetten. Nu in 2022, een aantal jaren later, lijkt dat idee daadwerkelijk vaste voet aan de grond te krijgen.
De ruimte wordt door de wet ook geboden. Mediation in strafzaken is mogelijk op grond van het herstelrecht, verankerd in artikel 51h van het Wetboek van Strafvordering. De wet gebruikt de term ‘bemiddeling’; in de praktijk te vertalen naar ‘mediation tussen dader en slachtoffer’. Hoewel mediation tot nu toe met name in commune zaken is ingezet, zijn geen strafbare feiten uitgesloten. Dat biedt mogelijkheden. Fiscale delicten lenen zich in bepaalde gevallen bij uitstek voor het herstelrecht, nu door middel van het fiscale nadeel het te herstellen feit vaak materieel is uit drukken. Mediation biedt daarnaast mogelijkheden om afspraken te maken voor het recentere verleden dat buiten de periode van het strafrechtelijk onderzoek valt, als ook voor de toekomst. Daarmee kan preventie worden verweven in het herstel. Belastingdienst en belastingplichtige hebben in principe een relatie met elkaar ‘for life’ en herstel van vertrouwen tussen partijen is dan ook ‘key’.
Een groot verschil met commune delicten is wel dat bij commune delicten doorgaans het slachtoffer makkelijk is vast te stellen. Bij een fiscale straf- of fraudezaak is dat lastiger. Bij fiscale delicten kan gedacht worden aan de Belastingdienst als slachtoffer, als vertegenwoordiger van de maatschappij. Dat is tegelijkertijd ook een aandachtspunt. Zo komen aan een slachtoffer in het strafproces steeds verdergaande rechten toe. De vraag komt dan op, of een (fictief) slachtoffer in het kader van artikel 51h Sv ook deze rechten moet toekomen.
Een ander aandachtspunt is de onzekerheid van de uitkomst van de mediation voor de strafprocedure. De rechter of de officier van justitie zijn op grond van de wet gehouden met de uitkomst van een mediation op grond van artikel 51h rekening te houden. Dat betekent echter niet dat vooraf vastomlijnd is op welke wijze er rekening mee wordt gehouden. Dat kan voor een verdachte een heikel punt en een lastige afweging zijn bij het maken van afspraken in de mediation. Wel komt het aan de transparantie ten goede. De uitkomst van de mediation wordt toegevoegd aan het strafdossier. Daarmee wordt enerzijds achterkamertjespolitiek voorkomen en anderzijds vertrouwelijkheid gedurende de mediation gewaarborgd. Die vertrouwelijkheid biedt bij uitstek mogelijkheden om daadwerkelijk tot afspraken te komen. Vrijuit kunnen praten, is daarvoor doorgaans essentieel.
In een vertrouwelijke setting tot afspraken komen, voordat de zaak aan de rechter wordt voorgelegd, maar dan net weer een tikkeltje anders dan procesafspraken. Hoewel het een het ander ons inziens niet uitsluit. Genoeg mogelijkheden dus. Dat er behoefte is aan nieuwe vormen in het strafproces blijkt uit de recente ontwikkelingen. Mediation kan er daar een van zijn in langdurige fraudeonderzoeken. Het kan bijdragen aan de efficiëntie van het strafrechtsysteem, en niet onbelangrijk, het biedt mogelijkheden voor een strafproces ‘op maat’ waarbij meer mogelijk is dan bij het reguliere strafproces.
Mediation in fiscale straf- en fraudezaken is onlangs ook aan de orde gekomen tijdens de NVAB-middag op 31 maart 2022, waar Roelof Vos en Albert van Beek van het Functioneel Parket hun visie hierover hebben gedeeld. Een positieve grondhouding vanuit het Functioneel Parket is er. Dus mocht een zaak zich ervoor lenen, is het zeker de moeite waard dit nieuwe instrument in te zetten.
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan direct contact met ons op. Wij staan voor u klaar.