Op 10 januari 2020 gaat Nederland over tot implementatie van de verplichting tot het bijhouden en centraal registreren van informatie over de uiteindelijke belanghebbende (in het Engels ‘ultimate beneficial owner’, afgekort UBO) van in Nederland opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten.
De implementatie van de verplichting tot het houden van een centraal register met informatie over de uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten dient uiterlijk op 10 januari 2020 te zijn gerealiseerd.
Dit UBO-register komt voort uit de vierde anti-witwasrichtlijn en heeft alleen betrekking op Europees Nederland. Het behoeft dus geen implementatie in de regelgeving voor Caribisch Nederland (Curaçao, Bonaire, Sint Eustatius en Saba).
De “uiteindelijk belanghebbende” voor het UBO-register is de natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een vennootschap of andere juridische entiteit.
De volgende informatie wordt openbaar en toegankelijk in het UBO-register:
Het gaat om UBO-informatie van de in Nederland opgerichte vennootschap of andere juridische entiteit die een van de volgende rechtsvormen heeft:
Er komt nog een verplichting voor trusts, fondsen voor gemene rekening en soortgelijke juridische constructies om de UBO centraal te registreren. Volgens de wijzigingsrichtlijn dient deze verplichting uiterlijk 10 maart 2020 te zijn geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving.
Een ieder krijgt toegang tot zes UBO-gegevens namelijk: naam, geboortemaand en –jaar, woonstaat, nationaliteit en de aard en omvang van het door de uiteindelijk belanghebbende gehouden economische belang.
De volgende bevoegde autoriteiten krijgen onbeperkt toegang in het UBO register van vennootschappen en andere juridische entiteiten:
Afscherming van informatie is aan de orde indien toegang tot de informatie de UBO blootstelt aan een onevenredig risico, een risico op fraude, ontvoering, chantage, afpersing, pesterijen, geweld of intimidatie of als de UBO minderjarig of handelingsonbekwaam is.
Deze uitzondering kan niet worden ingeroepen in de gevallen dat bevoegde autoriteiten, de Financiële Inlichtingen Eenheid (FIE), kredietinstellingen, financiële instellingen en meldingsplichtige entiteiten die openbare ambtenaren zijn, toegang wensen tot de UBO-informatie.
Alle registers van uiteindelijk belanghebbenden binnen de Europese Unie moeten worden gekoppeld aan het Europees centraal platform. De UBO-gegevens blijven toegankelijk via de nationale registers en via het systeem van gekoppelde registers minimaal 5 jaar en maximaal 10 jaar na het schrappen van de vennootschap of juridische entiteit uit het register. Het UBO-register zal onderdeel uitmaken van het Nederlandse Handelsregister. De verantwoordelijkheid voor registratie ligt bij de UBO en de vennootschap.
Overtreding van de meewerkverplichting door de UBO wordt strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten. Op grond van de wijzigingsrichtlijn dient Nederland voorts ook een centraal register met informatie over uiteindelijk belanghebbenden van trusts, fondsen voor gemene rekening en soortgelijke juridische constructies in te richten. Hiervoor wordt nog separaat een wetsvoorstel ingediend. Dit UBO-register kent een langere implementatietermijn, namelijk tot 10 maart 2020. De meewerkverplichting van de UBO geldt dan natuurlijk ook pas vanaf het moment dat het wetsvoorstel kracht van wet krijgt.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Angligène Servania-Woods LL.M van The Bridge.
Wilt u meer weten over mogelijke bescherming van uw privacy en andere uitzonderingen m.b.t. het UBO-register van vennootschappen en andere juridische entiteiten? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op.